Nieuwe publicatie: Een blik op Brussel
De eerste editie van ‘Een blik op Brussel’ geeft een cijfermatig overzicht van het Brussels Gewest aan de hand van 7 thema’s: demografie, onderwijs, armoede, werk, digitalisering, vrije tijd en zorg en gezondheid. De nota vergelijkt het Brussels Gewest met de 4 andere Belgische steden met de meeste inwoners (Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik) en het Vlaams Gewest. Ook de verschillen tussen de 19 Brusselse gemeenten worden voor elk thema in kaart gebracht. Hieronder zetten we de meest opvallende zaken op een rijtje.
De Brusselaars zijn uitzonderlijk talrijk, jong en divers
Het Brussels Gewest telt niet alleen meer inwoners dan Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik samen, de bevolking neemt er ook het sterkste toe. Daarnaast is de bevolkingsdichtheid van Brussel opvallend: per vierkante kilometer wonen er in het Brussels Gewest (7.528 per km2) meer dan dubbel zoveel inwoners dan in andere Belgische grootsteden. Hoewel steden vaak een relatief jonge bevolking hebben, valt ook dit het meest op in het Brussels Gewest: ongeveer de helft van de inwoners is er jonger dan 35. Brussel is ook uitzonderlijk divers: terwijl 3 op 4 inwoners van het Brussels Gewest een buitenlandse herkomst hebben, geldt dit in steden zoals Luik, Antwerpen en Charleroi slechts voor ongeveer de helft van de inwoners.
Brussel is een knooppunt van internationale en binnenlandse verhuisbewegingen
De Brusselse diversiteit hangt sterk samen met de vele verhuisbewegingen van en naar het Brussels Gewest. Het aantal inwijkelingen uit het buitenland is steevast hoger dan het aantal Brusselaars dat zich in het buitenland gaat vestigen (positief extern migratiesaldo). En toch verliest het Brussels Gewest de laatste jaren meer inwoners aan migratie dan er bijkomen. Dat heeft alles te maken met het hoge aantal uitwijkingen vanuit het Brussels Gewest naar andere Belgische regio’s. Er trekken immers steeds meer inwoners uit Brussel naar Vlaanderen of Wallonië dan omgekeerd (negatief intern migratiesaldo). Alles samengenomen blijkt dat er sinds 2020 meer personen wegtrekken uit het Brussels Gewest dan er zich komen vestigen (negatief totaal migratiesaldo).
Steeds meer Brusselse kinderen en jongeren volgen Nederlandstalig onderwijs
Het Nederlandstalig Brussels onderwijs zit in de lift. In de afgelopen 10 jaar steeg het aantal leerlingen er met zo’n 30%. De sterkste stijging deed zich voor in het secundair onderwijs maar ook het lager onderwijs en het kleuteronderwijs groeiden aanzienlijk. Hoewel de grote meerderheid van de Brusselse kinderen en jongeren nog steeds Franstalig onderwijs volgt (74%), absorbeerde het Nederlandstalig Brussels onderwijs in de afgelopen 10 jaar niettemin het meeste nieuwe leerlingen. Het aandeel van het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Gewest steeg daarmee van 17% in 2011 naar 19% in 2020. Een minderheid van de Brusselse leerlingen (7%) gaat naar een internationale of Europese school of volgt thuisonderwijs.
De welvaart van de Brusselaars houdt het midden tussen de Waalse en Vlaamse grootsteden
De armoedecijfers liggen in het Brussels Gewest duidelijk hoger dan in Gent en Antwerpen. Niet alleen het aandeel inwoners met een betalingsachterstand of leefloon is er groter, het Brussels Gewest telt ook meer kinderen in gezinnen met zeer lage werkintensiteit. Het inkomen van de Brusselaars houdt ongeveer het midden tussen de Vlaamse en Waalse grootsteden. Enerzijds is het aandeel ‘lage’ belastingaangiftes zowel in het Brussels Gewest als in de Waalse grootsteden groter dan het aandeel ‘hoge belastingaangiftes. Anderzijds is het gemiddelde netto belastbaar inkomen per aangifte in het Brussels Gewest ongeveer even hoog als in Antwerpen. Ook de Brusselse werkzaamheidsgraad neemt een tussenpositie in tussen Vlaamse en Waalse grootsteden.
Grote verschillen tussen de 19 Brusselse gemeenten
Het Brussels Gewest is heterogeen. De interne tegenstellingen tussen de 19 gemeenten overtreffen vaak de verschillen tussen het Brussels Gewest en andere Belgische steden. Regelmatig komt daarbij een herkenbaar geografische patroon naar voren. Aan de ene kant zijn er de welvarende Zuidoostelijke gemeenten Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Oudergem, Watermaal-Bosvoorde en Ukkel. Deze gemeenten vertonen veel gelijkenissen met Vlaanderen: vergeleken met de rest van het Brussels Gewest zijn de inkomens er hoger, is de bevolking er ouder en zijn er minder inwoners van buitenlandse herkomst. Aan de andere kant zijn er enkele gemeenten uit de zogenaamde ‘arme sikkel’: Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek. Deze gemeenten springen eruit door de relatief lage inkomens en de vele jonge inwoners van buitenlandse herkomst. Ook indicatoren zoals verhuisbewegingen, bevolkingsdichtheid, onderwijsprestaties, gezondheid en de aanwezigheid van (zorg)voorzieningen weerspiegelen deze geografische tegenstelling. Ten slotte valt ook op hoe Noordwestelijke gemeenten zoals Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Jette en Koekelberg op veel indicatoren beter scoren dan het Brussels gemiddelde.
- Brondata demografie (XLSX)
- Brondata digitalisering (XLSX)
- Brondata onderwijs (XLSX)
- Brondata vrije tijd (XLSX)
- Brondata werk (XLSX)
- Brondata armoede (XLSX)
- Brondata zorg en gezondheid (XLSX)