Projectsubsidies Polsslag Brussel: voorwaarden

Welke projecten kunnen een subsidie krijgen?

De Vlaamse minister bevoegd voor Brussel verleent sinds 1996 subsidies aan ‘initiatieven in het kader van de versterking van de Vlaamse inbreng in Brussel en van de versterking van de band tussen Brussel en de rest van Vlaanderen’. Hoofd- of grootstedelijke projecten die op een kwaliteitsvolle wijze een of meer van de volgende doelstellingen nastreven, kunnen worden ondersteund als een project voor Brussel:

  • de banden tussen Brussel en Vlaanderen aanhalen en verdiepen;
  • de uitstraling van Brussel als hoofdstad van Vlaanderen bevorderen;
  • het maatschappelijk weefsel, de samenhang en de leefbaarheid van Brussel versterken.

Daarnaast bestaan er een aantal contextelementen, die de filosofie van de subsidielijn weerspiegelen:

  • Projecten stralen een intrinsieke diversiteit en inclusie uit (dus enkel communicatieve inspanningen leveren om een divers publiek te bereiken, volstaan niet);
  • Aandacht voor kinderen, jongeren, intergenerationele dynamieken en kwetsbare mensen zijn een belangrijk pluspunt;
  • Innovatie is een troef, ook op digitaal vlak, zonder echter op een geforceerde wijze te ‘vernieuwen om te vernieuwen’;
  • Grotere organisaties kunnen jongere organisaties onder de arm nemen (peter- en meterschap, kangoeroeprojecten…);
  • De verbindende kracht van het Nederlands en het versterken van de band Brussel-Vlaanderen vormen een inherent onderdeel;
  • Projecten zijn maatschappelijk relevant en enten zich op de stedelijke werkelijkheid;
  • De projecten zijn laagdrempelig en richten zich tot een breed publiek dat aansluiting zoekt bij het Nederlandstalige netwerk.

Wie kan een subsidie voor een project voor Brussel aanvragen?

Alle verenigingen of instellingen met rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van handelsvennootschappen, kunnen een projectaanvraag indienen. De vereniging of instelling moet haar maatschappelijke zetel in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest of in het Nederlandse taalgebied hebben.

Binnen de subsidielijn onderscheiden we drie types:

  • projectsubsidies voor initiatieven van Nederlandstalige organisaties;
  • projectsubsidies voor gemeenschapsoverschrijdende initiatieven en initiatieven van tweetalige Brusselse organisaties;
  • impulssubsidies voor nieuwe initiatieven.

Met welke criteria houdt de subsidieaanvrager nog rekening?

  • Er zijn een aantal ontvankelijkheidscriteria, onder andere op het vlak van de indientermijnen, een begroting in evenwicht en het onderscheid tussen het project en de structurele werking van de vereniging. De projectaanvragen worden uiterlijk drie maanden vóór de startdatum van het project ingediend;
  • Projecten met een louter lokale of gemeentelijke dynamiek komen niet voor subsidiëring in aanmerking. De projecten hebben een groot- of hoofdstedelijke uitstraling. Buurt- of wijkfeesten, of lokale cultuurfestivals passen bijgevolg niet binnen deze subsidielijn;
  • De projecten hebben een publieksgericht en openbaar karakter. Initiatieven die alleen op eigen leden of eigen gebruikers van de instelling zijn gericht, komen dus niet in aanmerking voor een subsidie;
  • De activiteit vindt plaats in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad of in Vlaanderen;
  • De aanvrager voegt een toegankelijkheidsclausule en een clausule van non-discriminatie aan de aanvraag toe;
  • De projecten worden aangekondigd in het Nederlands en ook alle andere communicatie over het project wordt in het Nederlands gevoerd. Het Nederlands wordt ook gebruikt tijdens het verloop van het project. Bij initiatieven waar verschillende talen worden gehanteerd, bekleedt het Nederlands een evenwaardige positie;
  • De projecten worden geschraagd door een coherent communicatieplan;
  • Wie subsidies ontvangt, vermeldt het logo van de Vlaamse overheid en het N-logo bij elke mededeling, publicatie, presentatie enzovoort in verband met het gesubsidieerde initiatief.
PPTX
Polsslag_Brussel.pptx